Holtuseiland

Gebruik van het eiland

Het Holtus eiland is onder beheer van de van Hasselt Stichting en Holtus zeilkampen huurt dit eiland voor 3 weken in de zomermaanden. Gedurende de rest van het jaar zijn er vele anderen (bijvoorbeeld Odulphus, twaalf apostelen en Laarbeek) die met veel liefde gebruik maken van het eiland voor zowel zeilkampen als andere privé doeleinden zoals een familie- of vriendenweekend.

Faciliteiten

Op het eiland zijn verschillende plekjes gecreëerd waar je gezellig kunt zitten en kletsen of om simpelweg te genieten van het uitzicht over de plas. Al deze plekjes zijn gecreëerd door de vrijwilligers die op een of andere manier zijn aangesloten bij de van Hasselt stichting.

Er is een kampvuur plaats waar tijdens het kamp in de avond de warmte en gezelligheid wordt opgezocht en waar men niet bang is om een liedje of 2, 3 (+) te zingen.

Er is een grasveld waar vele activiteiten worden verzonnen en uitgevoerd maar waar ook lekker gevoetbald kan worden.

Er is een eettent waar drie keer per dag door het complete gezelschap samen gegeten wordt. Ook is dit (af en toe) de uitvalsbasis voor een (korte) theorieles wanneer het flink waait en er even geen mogelijkheid is om het water op te gaan of wanneer hier behoefte naar is.

Dan is er nog de Ome Jan II, een woonboot bestaande uit twee etages. Beneden is de verdieping waar de deelnemers de hele week slapen en boven is een verdieping waar activiteiten kunnen worden georganiseerd wanneer het weer niet meezit. In het slaapvertrek (de onderste etage) zijn 34 slaapplekken. Ook heeft de Ome Jan II twee ingangen. Bij beide ingangen bevindt zich een toilet op de tussenverdieping.

Er is een gedeelte van het eiland waar alleen de staf mag komen, hier heb je de staftent, het brandhout en de instructeurssteiger(s).

Ook valt de keuken onder het “verboden voor deelnemers”-gebied. Zij mogen in de keuken alleen komen wanneer zij hier expliciet toestemming voor hebben. De reden hiervoor is voor de veiligheid en hygiëne.

De keuken is de plaats waar de kookstaf iedere dag te vinden is om alle Holtianen te voorzien van het lekkerste eten waarvan je genoeg energie krijgt om de hele dag te zeilen en in de weer te zijn.

Aan de zijkant van de keuken, aansluitend op het grasveld is er een grote wasbak waar iedereen zijn of haar tanden kan poetsen en zichzelf kan opfrissen. Ook zijn er op het eiland nog twee buitentoiletten (hokjes) en een wasbak in een hokje.

Zwemsteiger: Er zijn op het eiland kano’s aanwezig, surfborden en er kan natuurlijk naar hartenlust gezwommen worden. Dit doen we vanaf de daarvoor bestemde zwemsteiger, omdat je er hier makkelijk in en uit kan en er weinig boten voorbij komen.

In de haven van het eiland vind je de boten. De boten die we gebruiken tijdens het zeilkamp zijn 16m2 en we huren deze van Ottenhome. Op deze boten zit je gemiddeld met 1 instructeur en 4 deelnemers. Meer informatie over de boten en de onderdelen van deze boten staan in het theorieboekje en op de foto's.

We varen gedurende de hele week over de Loosdrechtste plassen. Deze plassen zijn verdeeld over plas 1 tot en met 5 en er zijn ook kleine eilandjes waar we soms op aanleggen om te oefenen of voor een leuke activiteit.


Geschiedenis

Pastoor Holtus, oprichter van Holtus zeilkampen beschrijft hoe deze kampen tot hoe deze kampen tot stand zijn gekomen in de eerste helft van de 20ste eeuw.

Hieronder zal ik vertellen hoe de kampen die we nu kennen zijn ontstaan en wat voor ontwikkelingen de kampen en deels ook het eiland hebben doorgaan.


‘Als het Holtus-eiland met zijn onafscheidelijke “Ome Jan” ‘ns konden praten, wat zou het ‘n verzameling worden van spetterend jeugdplezier en spannende avonturen van zovelen in den landen.” ~L. Holtus


Het begin

In de tijd voordat pastoor Holtus pastoor was, werden er door hem al vaste zeildagen georganiseerd in Loosdrecht. Na verloop van tijd en doordat de dagen zo succesvol waren groeiden deze uit tot vaste zeilweken. Die ieder jaar weer terug kwamen, wat de omstandigheden ook waren. Zo ook tijdens de tweede wereldoorlog, ook al kwamen ze toen voor een hoop uitdagingen te staan; zoals het gebruik van voedselbonnen en de aanwezigheid van (Duitse) soldaten die op ieder moment je bootje konden controleren op onderduikers.

Deze zeilweken gingen desondanks ieder jaar gewoon weer door, de accommodatie voor de staf en deelnemers werd door de jaren heen verschaft door verschillende families die hun schuur voor hen openstelden.

De families om wie het gaat (in chronologische volgorde) zijn: de Familie van Dijk, de Familie Karsemeijer, de Familie Loogman (in Kaag, dit was gedurende de tweede helft van WOII omdat het in Loosdrecht te gevaarlijk was in verband met de Duitsers, na de oorlog weer terug naar Loosdrecht).

De heer Holtus en moderator/dhr. van Miert vierden gedurende de zeilkampen de Hemelvaartsmis in Loenen, de misdienaar hier was een jongeman genaamd Jan Delia van Hasselt. En op een dag kwamen zij (Holtus & Miert) dhr. van Hasselt tegen tijdens het varen op de plassen. Holtus vroeg aan Hasselt hoe en waarom hij hier kwam, waarop hij antwoorden dat zijn vader een mooi eilandje had hier (op de Loosdrechtse plassen). Ook nodigden hij ze uit om eens te komen kijken op dit eiland. Zo gezegd, zo gedaan en Holtus en Miert kwamen op bezoek op het eilandje en werden daar hartelijk ontvangen.

In maart 1945 werd dhr. Holtus benoemd tot moderator van het St. Jan (voor jongens)- en Maria (voor meisjes)- Lyceum in Den Bosch. Dit betekende het einde voor de samenwerking van Holtus en Miert vanuit Loosdrecht.

Dit wilde dhr. Holtus echter niet laten gebeuren, in plaats van de zeilkampen te ondernemen met de plaatselijke jeugd ging hij vanaf nu met de jongens en meisjes van het lyceum in Den Bosch naar Loosdrecht, want hij vond dat ook zij het recht hadden om deel te nemen en kennis te nemen van de zeilsport op de Loosdrechtse plassen. Alleen de vraag was hoe hij voor al deze kinderen ging huisvesten in Loosdrecht…. Hij herinnerde zich het eiland van dhr. Hasselt, hij trok zijn stoute schoenen aan en vroeg aan hem of hij gedurende de zeilkampen het eiland mocht gebruiken. Dhr. Hasselt liet dit direct toe, hij zou gedurende die tijd toch geen gebruik maken van het eiland, zodoende was het eerste zeilkamp op het eiland een feit. Gedurende dit eerste jaar zeilkampen op het ‘geleende’ eiland werd er geslapen in tenten. Dhr. Hasselt kwam af en toe langsvaren en legden dan even aan.

Op een zekere dag gedurende die zeilweken kwam hij weer eens langs en deze keer kwam hij langs met een mededeling voor dhr. Holtus: ‘Mijnheer Holtus, ik vind dit zo’n mooi werk wat u doet, ik kom u het eiland schenken.’ Op 17 mei 1946 werd de schenking bevestigd door middel van een geschreven brief door dhr. van Hasselt.


De stichting

De organisatie, de financiën en verantwoording vielen dhr. Holtus zwaar. De oplossing voor hem kwam in de vorm van een stichting. Op 18 maart 1984 werd de Van Hasselt stichting een feit!

In de lente van 1949 is het Holtus eiland officieel geschonken aan de Van Hasselt stichting.


Holtus eiland, de ontwikkeling

Zomer 1946

Eerste officiële kamp op Holtus-eiland

→ 2 weken meisjeskamp (Maria-lyceum, Den Bosch)

→ 2 weken jongenskamp (St. Jans-lyceum, Den Bosch)

→ 3 weken jongenskamp (Odulphus-lyceum, Tilburg)


Er kwam een toilet op het eiland en er kwam een directiekeet op het eiland. Hiermee kwamen ze al snel in de problemen, bouwen op dit eiland dat mocht blijkbaar niet. De oplossing? Zet er wielen aan, dan is het een kampeerwagen. Dit werd getolereerd voor dat jaar maar het jaar erop moesten ze iets anders verzinnen.


Zomer 1947

De oplossing voor het ‘je mag hier niet bouwen’-probleem kwam van dhr Hasselt die nog wel een boot te koop had die hij op zijn eigen kosten om liet bouwen tot woonboot waar plek was voor 30 man.

Het eerste kamp met de ‘Ome Jan’ was een feit. Wel moesten ze een mast aan deze boot plaatsen, maar eentje zonder zeil, want dit zeil was bij de zeilmaker en ze wisten niet wanneer deze klaar zou zijn, vandaar dat ze hier stil lagen.

Dit zeil is tot de dag van vandaag nog steeds niet gemaakt.


September 1950

Dhr. Holtus wordt benoemd als pastoor in Eindhoven (Villapark). Deze verandering betekende het eind voor Holtus zeilkampen voor de kinderen van de lycea in Den Bosch.

Nu waren het de kinderen van Villapark in Eindhoven die naar de Holtus zeilkampen in Loosdrecht gingen.

Vanaf het moment dat het vanuit Eindhoven geregeld werd ging het pastoor Holtus een stuk makkelijker af. Dit ging vooral over het onderhoud van het eiland en bij zwaar werk gingen ook hun vaders mee. Dit alles gebeurde geheel vrijwillig.


Lente 1957

De Ome Jan werd naar Eindhoven gehaald en er werd (met behulp van vaders) een tweede verdieping op gebouwd.

Vanaf dit moment bleef de Ome Jan het hele jaar door aan het eiland vast.

Van 1958 tot 1973 is er bezig geweest met het uitbreiden van het eiland. Met de man en macht en uiteindelijk een smak geld is het gelukt om het eiland uit te breiden en te voorzien van een stevige damwand.